Big Data gaat onze zorg verbeteren

Hij is een man met een missie. En geen geringe: hij wil samen met patiënten, de zorgverleners en verzekeraars een omslag in de gezondheidszorg bewerkstelligen, waarbij de focus verlegd wordt van het managen van ziekte naar het managen van gezondheid. Jeroen Tas, CEO Philips Connected Care & Health Informatics, over de toekomst van de zorg.

big-data-healthcare-2Wat is er mis met het huidige systeem?

“In de ontwikkelde wereld wordt gemiddeld 80 procent van het budget voor zorg besteed aan het behandelen van chronische ziektes, zoals hart- en vaatziektes, longziektes, diabetes en verschillende vormen van kanker. Slechts 3 procent van dat budget wordt besteed aan preventie, aan het voorkomen van die ziektes. Terwijl we weten dat 80 procent van hart- en vaatziekten, 90 procent van diabetes type 2 en 50 procent van kanker te voorkomen zijn. Daarbij spelen sociaaleconomische factoren mee, maar ook voeding, wel of niet roken en drinken, hoeveel beweging je dagelijks krijgt en of je medicatie goed gebruikt. We sturen dus met het huidige systeem lang niet altijd op op de juiste drivers om de gezondheid van mensen te bevorderen en hun leven daarmee beter te maken. 50 procent van de patiënten neemt hun medicatie niet of niet op tijd in. Daar liggen mogelijkheden voor verbetering.”

Dat systeem bestaat al jaren - waarom is het juist nu een probleem?
“De redenen zijn denk ik alom bekend. In veel landen, waaronder Nederland, vergrijst de bevolking en neemt daarmee het aantal chronisch zieken toe, en dus ook de druk op de zorg. Daarbij verandert ook de houding van de burger ten aanzien van zorg: beter toegankelijk, geïntegreerd en 24/7, dat zijn de grote wensen. Tot slot nemen de technologische mogelijkheden sterk toe. Mensen kunnen en willen steeds vaker zelf actieve rol spelen in hun gezondheid: zelfmeting, persoonlijke informatie en terugkoppeling over voortgang. Met Big Data zijn we nu voor het eerst in staat om grote hoeveelheden data snel te analyseren, om daarin patronen te ontdekken en meer te weten te komen over ziektes voorspellen en voorkomen. Kortom, we leven in een tijd waarin er binnen korte tijd heel veel kan en gaat veranderen. Dan is het belangrijk om op de juiste koers te sturen.”

Wat moet er volgens jou veranderen?
“De zorg is nog steeds ingericht rond (acute) gebeurtenissen. Gezondheid is echter een continu proces en begint met gezond leven en preventie. Als mensen toch ziek worden, volgt er diagnose en behandeling. Vervolgens worden mensen beter, maar hebben ze misschien nog wel thuis ondersteuning nodig. En hoop je dat ze weer verder gaan met gezond leven. Als verslechtering optreedt is tijdige interventie wenselijk. De focus van ons huidige systeem ligt vrijwel volledig op diagnose en behandeling. Daarop is ook het vergoedingssysteem gericht: een radioloog wordt niet afgerekend op zijn bijdrage aan de behandeling van een patiënt maar op de hoeveelheid beelden die hij maakt en beoordeelt. Terwijl we weten dat er heel veel winst in termen van tijd, welzijn en geld te behalen valt als we juist meer op gezond leven en preventie focussen. 

Er moeten ook veel meer verbanden komen tussen de verschillende pijlers in het systeem en terugkoppeling over de effectiviteit van diagnose en behandeling. Dat kan bijvoorbeeld door het delen van informatie te stimuleren. Als een cardioloog meer gegevens heeft over de thuissituatie van een patiënt, bijvoorbeeld over hoe hij zijn medicatie inneemt, eet en beweegt, dan kan hij een veel beter behandelplan opstellen, toegesneden op de specifieke situatie van de patiënt. Als de thuiszorg na behandeling van die patiënt ook de beschikking heeft over zijn data, weet men waarop er extra gelet moet worden voor optimaal herstel. En last maar zeker not least, de patiënt moet ook over die data beschikken, om zo gezond mogelijk te blijven. Zo ontstaat een patiëntgericht systeem gericht op een optimale gezondheid.”

Dat klinkt heel logisch. Waarom gebeurt het dan nog niet?
“Alle verandering is lastig – en zeker verandering in een sector als de zorg, die om begrijpelijke redenen conservatief is en waarin er complexe processen spelen. Het is geen kwestie van technologie: alle technologie die we nodig hebben om de omslag tot stand te brengen, is er. We hebben sensoren om data automatisch te generen, die in de omgeving van de patiënt kunnen worden geïnstalleerd, die hij kan dragen – denk aan een Smarthorloge – en die zelfs in zijn lichaam kunnen zitten, in het geval van slimme geneesmiddelen. Daarmee komt de mens centraal te staan in het systeem, en dat is waar we naartoe willen.
Er moet een zorgnetwork om ieder persoon komen, waarin onderling data wordt gedeeld ten behoeve van de persoonlijke gezondheid. Dankzij de technologie kunnen veel behandelingen ook op afstand gebeuren, via eHealth oplossingen. Dat is veelal sneller en vooral efficiënter dan mensen standaard doorsturen naar het ziekenhuis. Denk aan thuismonitoring, een draagbaar echo apparaat bij de huisarts of beeldbellen met een zorgverlener. We kunnen overigens al hartslag, ademhaling en SPo2 meten van een videobeeld. 

De technologie is er. We moeten het alleen nog combineren, integreren en vooral: implementeren. Implementatie hangt af van de bereidheid van alle betrokkenen om het juiste vergoedingsstelsel en samenwerkingsverband te vinden: overheid, zorgverzekeraars, ziekenhuis, artsen, zorgverleners en de patiënt zelf. Daarover ben ik overigens wel positief gestemd: ik zie de houding langzaam maar zeker veranderen. Er is steeds meer bereidheid om te veranderen.”

Is die bereidheid de enige beperkende factor?
“We moeten ook een aantal zaken regelen op het gebied van data. Data moet zonder belemmeringen kunnen worden uitgewisseld, zodat alle gegevens van een patiënt altijd en overal beschikbaar zijn. Dat betekent uiteraard ook dat we ervoor moeten zorgen dat die gegevens goed beveiligd zijn. We moeten ervoor zorgen dat we dat blijvend kunnen garanderen. En tot slot moeten we werken aan het vertrouwen dat nodig is om gegevens te standaardiseren en te delen, bij zorgverleners en vooral bij de patiënt.Dat klinkt heel zwaar en ingewikkeld maar we hebben het eerder gedaan. Als iemand je twintig jaar geleden had verteld dat je via internet al je bankzaken zou regelen, zou je hem voor gek hebben versleten: veel te onveilig. Inmiddels doen we vrijwel niet anders.
De shift in de zorg nu vraagt net als de shift in de financiële wereld toen om een andere mindset. De urgentie is er, de technologie is er, de bereidheid ook steeds meer – daarom zie ik de toekomst van de zorg heel positief in.”

 Bron: NRC