De terminologie “business intelligence” blijkt in de praktijk veelal te maken te hebben met technologie en interne data. Maar gaat business intelligence daar nu alleen over? In mijn gesprekken met BI-professionals valt het me vaak op dat er verwarring heerst over de terminologie. Dus waar hebben we het eigenlijk over? Is het data science, DWH, ERP, ETL, market intelligence, customer intelligence, dashboarding? Wat maakt nu eigenlijk allemaal onderdeel uit van business intelligence?
Definitie Business Inteligence
Volgens Wikipedia staat business intelligence voor: “het verzamelen vangegevensbinnen de eigen handelsactiviteit en het proces van gegevens omzetten in informatie, dat vervolgens zou moeten leiden tot kennis en aanzetten tot adequate actie. Business intelligence heeft als doel competitief voordeel te creëren en organisaties slimmer te kunnen laten werken”.
Soorten informatie
Over welke gegevens hebben we het als we praten over het creëren van competitief voordeel? Business intelligence zou gericht moeten zijn op het verzamelen, analyseren en distribueren van informatie (over klanten, concurrentie, marktontwikkelingen en economische, technologische en culturele trends), die van belang is voor beslissingsprocessen teneinde goed onderbouwde operationele en strategische plannen te verkrijgen. Hierbij staat vooral het business perspectief centraal. Daarnaast bestaat er ook nog het technologische perspectief waarbij ICT wordt ingezet om data te verzamelen, te integreren, te analyseren en te distribueren.
Technologie & Gestructureerde data
Hoe komt het toch dat het meeste geld wordt geïnvesteerd in technologie en het verzamelen en analyseren van interne en vooral financiële data? Natuurlijk is het logisch dat het management stuurt op financiële resultaten en dat de wetgever inzicht vereist in bepaalde aspecten van het reilen en zeilen van het bedrijf. Maar waarom wordt er toch zo weinig geïnvesteerd in gestructureerd verzamelen en analyseren van ongestructureerde en vooral externe data, die van cruciale invloed zijn op de performance van het bedrijf? Wellicht ligt het antwoord verscholen in het feit dat dit proces vaak niet direct te linken is aan de bedrijfsperformance van het bedrijf. Er zijn meestal geen aparte functies gecreëerd voor dit soort werkzaamheden. Men moet het naast de bestaande werkzaamheden doen en krijgen daardoor te weinig aandacht. Hiermee wordt het belang van dit soort cruciale informatie niet onderkent.
De ontwikkelingen in de externe omgeving hebben meer impact dan ooit en daarmee neemt ook de druk op bestaande bedrijven en business modellen toe. Een voorbeeld is de opkomst van de zelfrijdende auto. Dit zal vele directe en indirecte effecten hebben. Een direct effect zal zijn dat er banenverlies optreedt bij taxibedrijven, vrachtwagenchauffeurs en rijscholen. Het zal waarschijnlijk ook het delen van auto’s verder stimuleren waardoor er een daling van eigendom van auto’s plaats vindt. Het indirecte effect is dat mensen meer besteedbaar inkomen en tijd beschikbaar hebben. Daarnaast zullen er minder auto-ongelukken optreden, waardoor er weer minder ziekenhuispatiënten zullen zijn en ook weer minder orgaandonoren. Deze ontwikkelingen hebben enorme impact op de overlevingskansen van bedrijven en daarmee neemt het belang van externe intelligence toe.
Investeren in externe (ongestructureerde) data
Bedrijven zouden juist nu meer dan ooit moeten investeren in het relatief onontgonnen deel van business intelligence – het structureren van externe data (lees: market intelligence) - vanwege de steeds sneller veranderende economie mede door het gebruik van informatietechnologie. Door de (financiële) crisis hebben bepaalde herstructureringen versneld plaats gevonden waardoor ook de capaciteit om pro-actief externe veranderingen te monitoren en inzichten te creëren om nieuwe business modellen te ontwikkelen is weggesneden. Hierdoor kennen bedrijven nog minder goed hun markt, de meer algemene bedrijfsomgeving en daarmee de drivers for growth or decline. Een bevestiging van bovenstaande ontwikkelingen is terug te vinden in een significante daling van de gemiddelde levensduur van bedrijven. Het is enerzijds te hopen dat bedrijven met het oog op hun eigen performance meer belang gaan toekennen aan het structureren en analyseren van externe data om te voorkomen dat de niet geziene impact van de externe omgeving hen fataal wordt. Anderzijds is het te hopen, dat er een meer toegankelijke informatietechnologie komt, die een bedrage gaat leveren in het vereenvoudigen van dit proces.
Bron: Ruud Koopmans, RK-Intelligence